12 FEBRUARI 1936. 119 jaar; doch afgescheiden nog van de mogelijkheid, dat de gewonen dienst 1935 ook een behoorlijk overschot kan geven, evenals die van het voorafgaande jaar, ben ik het toch met die „meerdere leden" eens, daar het hier beter op zijn plaats zou zijn te spreken van waXermeizrbelasting dan van water meter huur. Wat toch is het geval? Bij de lichtbedrijven zijn de tarieven, zoowel hier als elders, niet alleen berekend op sluitende bedrijfsuitkomsten, maar ook op het maken van winst ten behoeve van de gemeentekas. Niemand is echter wettelijk verplicht van deze bedrijven afnemer te worden, terwijl ten opzichte van de waterleiding ieder, die een woning- in gebruik heeft welke minder dan 40 M. van de hoofdbuis dier waterleiding verwijderd is, wettelijk verplicht is zijn woning daaraan te doen aansluiten. Daar ons waterleiding bedrijf een hygiënisch bedrijf is, werden daarbij de tarieven zoo geregeld, dat, behoudens een kleine winst, de lasten met de baten konden gedekt worden. Toen evenwel in 1935 middelen moesten worden gevonden om een niet onbelang rijk tekort op de gemeentebegrooting te dekken, stelden Burgemeester en Wethouders den Raad voor, deze dekking te vinden door voor 8000 gezinnen een watermeterhuur in te voeren, tengevolge waarvan voor al deze gezinnen, ongeacht hun draagkracht, het minimum waterverbruik werd verhoogd met 40 °/0. Nu zijn er leden, die i,n het Centraal Rapport hebben aangedrongen op intrekking van de watermeterhuur en zoo noodig deze te vervangen door verhooging van het tarief voor het waterverbruik. Weer anderen willen, door de uit gaven in de begrooting van hoofdstuk VI met 20 te ver minderen, tot belastingverlaging komen. Wat nu de vervanging van de watermeterhuur door een verhooging van het tarief voor het waterverbruik betreft, ben ik van meening, dat, als het tekort, ontstaan door de afschaffing van de watermeterhuur, gevonden moet worden door tariefsverhooging, het totaal voor 1936 geraamde bedrag van f 154.000.een verhooging zal moeten ondergaan van f 30.000.of bijna 20 Hierbij moet dan ook nog reke-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 119