12 FEBRUARI 1936.
122
mensch en dier, vooral voor de dieren. Men is er in andere
plaatsen reeds lang toe overgegaan om op drukke punten
publieke standbuizen te plaatsen. Het motief van Burge
meester en Wethouders, dat het water van standpijpen veelal
verspild wordt, vindt Spr. gezocht.
De heer KOOIJMAN zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Toen bij de begrooting voor 1935 moest worden overge
gaan tot heffing van een watermeterbelasting onder den
naam van: watermeterhuur, nam de geheele Raad dat besluit
zeer zeker met een bezwaard hart en noodgedwongen, omdat
de begrootnig anders niet sluitend gemaakt kon worden.
Maar ieder voelde toch aan, dat door een heffing van vier
gulden per jaar voor het gebruik en dan nog wel een
gebruik, dat hem door de gemeente in het belang van de
gemeente werd opgelegd van een toestelletje, waardoor
jaarlijks voor een waarde van tien gulden aan water stroomt,
een zeer scheeve verhouding ontstond. Zeker, er moet ook
meterhuur betaald worden voor gas- en electriciteitsmeters,
maar hier is niet die scheeve verhouding, omdat: le. de
meterhuur veel lager is en 2e. het bedrag, dat voor gas en
electriciteit betaald rnoet worden, veel grooter is.
Bezien uit het oogpunt van billijke belastingheffing is deze
huur ook niet goed te verdedigen, omdat er geen progressie
in zit en zoowel de werklooze als de hoogst aangeslagene
een zelfde bedrag moet betalen. Er is hier in vele raads
vergaderingen druk gedebuteerd over het billijke of onbillijke
van een U allen bekende belastingheffing, maar ik meen
toch niet te veel te zeggen, als ik beweer, dat nóch het Col
lege van Burgemeester en Wethouders met deze meterhuur
zou zijn gekomen, nóch de Raad het voorstel daartoe zou
hebben aangenomen, als de ijzeren noodzakelijkheid daartoe
niet gedwongen had, en verder, dat aan die huurbetaling
zoo spoedig mogelijk een einde moet worden gemaakt of in
een meer redelijke verhouding moet worden teruggebracht.