12 FEBRUARI 1936.
125
gelijkheid is: plaatsing van de gemeente in de derde klasse
ten opzichte van de gemeentefondsbelasting. Doch dit zou
in hoofdzaak ook weer de lagere aanslagen treffen. Het voor
één jaar afschaffen van de watermeterhuur is de moeilijkheid
verplaatsen naar een volgend jaar.
De VOORZITTER wil in aansluiting met het betoog van
den Wethouder van Financiën opmerken, dat, als men deze
kwestie goed wil behandelen, men niet dadelijk een beslis
sing moet nemen. Spr. geeft den Raad derhalve in overwe
ging, Burgemeester en Wethouders gelegenheid te geven de
zaak nader onder oogen te zien; zij zullen dan nagaan aan
welke compensatie voor het afschaffen van de watermeterhuur
de voorkeur moet worden gegevenwijziging van het tarief
voor het waterverbruik, verhooging van de belasting of af
nemen van de reserve. Men kan er van op aan, dat Wethou
der Van Buitenen, als onverdacht tegenstander van deze
watermeterhuur, zulks het best kan voorbereiden. Spr. ver
zoekt daarom den heer B roos voor heden geen beslissing
op zijn voorstel te verlangen.
De heer BROOS zegt, dat hij evenmin als de heer Van
Buitenen zekerheid kan geven omtrent de hoegrootheid
der door salaris- en loonsverlaging te verkrijgen bezuiniging,
maar dat de komende verlaging voldoende zal opleveren om
het door afschaffing van de watermeterhuur ontstane tekort
te dekken, staat voor hem, gezien den loop van zaken te Deri
Bosch, vast. Doch afgezien hiervan heeft men toch ook nog
de beschikking over een reserve van f 85.000.Het is de
eerste maal in de negen jaren, dat Spr. in dezen Raad zitting
heeft, dat men uit zoo'n reserve kan putten. Men moet de
menschen niet eerder belasten dan noodig is; belastingver-
hooging kan altijd nog een volgend jaar plaats hebben. Spr.
kan de zaak dan ook niet anders zien dan zooeven en hand
haaft derhalve zijn voorstel.
De VOORZITTER merkt op, dat het óók nog nooit ge
beurd is, dat de gemeente zoo vlak bij haar capaciteit ten