12 FEBRUARI 1936. 129 Veemarktbedrijf. De begrooting van het Veemarktbedrijf wordt zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastge steld. Slachthuisbedrijf. De VOORZITTER zegt, dat hierbij tevens aan de orde wordt gesteld de behandeling van het prae-advies van Bur gemeester en Wethouders op de verzoeken om verlaging van de slacht- en keurloonen, voorkomende onder punt 12 der agenda. De heer COHEN merkt op, dat er verschillende Bredasche slagers zijn, die in de buitengemeenten slachten omdat dit goedkooper is. Spr. vindt de tarieven voor het slachten en keuren hier over het algemeen niet te hoog, zelfs billijk. In Tilburg b.v. moet men f 10.betalen, onverschillig hoeveel het rund weegt, terwijl men hier per K-O. betaalt. Een groote factor in deze zaak is de vraag, of een verlaging van de keur en slachttarieven door het bedrijf gedragen kan worden. Een andere groote factor daarin is de oneerlijke concurrentie strijd, welke er tusschen de Bredasche slagers heerscht. Be stond deze strijd niet, dan was het verzoek om verlaging der tarieven niet noodig geweest, want het is alleen daaraan te wijten, dat het de slagers niet naar wensch gaat. Spr. is daar om tegen inwilliging van het verzoek. De heer VAN ARENDONK heeft vernomen, dat een Bre dasche slager, die in Leur slacht, daardoor een voordeel heeft van f 82.in veertien dagen tijds. Spr. weet niet, of dit inderdaad juist is, doch het is wel een feit, dat uit het buiten de Gemeente slachten munt wordt geslagen ten koste van hen, die hier in het Openbaar Slachthuis slachten. Spr. zou daarom willen vragen, of het niet mogelijk is, het buiten de Gemeente slachten tegen te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 129