12 FEBRUARI 1936.
133
zeggen. Hij wil alleen het volgende opmerken. Op 1 Mei j.l.,
is het bij de demonstratie, welke jaarlijks op dien datum
door de S.D.A.P. wordt gehouden, voorgekomen, dat de
daaraan deelnemende muziekvereeniging te voren het pro
gramma van de te spelen marschen bij de politie-autoriteiten
moest inzenden. Spr. vindt dit zeer vreemd; hij veronderstelt,
dat zulks toch ook niet zal gebeuren bij het brengen van
serenades, aubades e.d. Hij vraagt, wat de reden is voor een
dergelijk optreden tegen Spr.'s partij.
De VOORZITTER denkt, dat men het moet beschouwen
als een bewijs van overgroote belangstelling in het doen en
laten van die partij. Spr. weet echter niet nauwkeurig wat
de reden is; hij zal daarnaar informeeren.
De heer VAN DER VEN wil nog eens een lans breken
voor invoering van het éénrichtingverkeer op den Haagdijk.
Spr. zegt, dat voor de Ginnekenstraat moeilijk het éénrich
tingverkeer in te voeren is, omdat men het verkeer bezwaar
lijk langs de Lange Stallenkazerne kan leiden; voor den
Haagdijk geldt dit bezwaar echter niet; deze straat heeft een
behoorlijken parallelweg, namelijk de Leuvenaarstraat. Spr.
weet uit eigen ervaring, dat de toestand op den Haagdijk
absoluut levensgevaarlijk is: de auto's en karren staan er
soms vlak op elkaar; ook de hoek bij de Haven is zeer ge
vaarlijk. Op grond van een en ander dringt Spr. er op aan,
alsnog éénrichtingverkeer in te voeren op den Haagdijk.
De VOORZITTER antwoordt, dat het er bij het éénrich
tingverkeer juist om gaat, of de straat in kwestie een behoor
lijken parallelweg heeft. Als die straat met den parallelweg-
geen verbindingsstraten heeft, kan men niet van een behoor
lijken parallelweg spreken. Dit laatste nu is bij den Haagdijk
het geval: van Dieststraat tot Schorsmolenstraat is er geen
verbindingsstraat, terwijl de Dieststraat voor het rijverkeer
niet als zoodanig aangemerkt kan worden. Spr. acht het
gevaar echter niet zoo groot, dat ten opzichte van het ver-