12 FEBRUARI 1936.
137
verbonden. Spr. acht het dan ook niet noodig maatregelen
daartegen te nemen.
Het punt, dat de heer Heer heeft aangeroerd, is Spr.
niet bekend; hij kan diens vragen dan ook niet beantwoorden.
Het zal wenschelijk zijn de zaak te onderzoeken; Spr. zal
den heer Heer dan daaromtrent inlichten.
De heer COHEN wenscht nog een paar vragen te stellen:
le. zou Spr. gaarne weten, hoe de Burgemeester denkt over
het instellen van dienstcommissies bij de politie; hij heeft
nog niets daaromtrent vernomen, hoewel daaromtrent een
toezegging was gedaan; 2e. is hem ter oore gekomen, dat
de brandweer-auto wordt gebruikt om smokkelwaar uit het
grensgebied op te halen; dit lijkt hem gevaarlijk bij het
eventueel voorkomen van brand.
De VOORZI TTER antwoordt, dat de kwestie van het in
stellen van dienstcommissies samenhangt met een door den
Burgemeester te maken regeling voor de politie, welke in
een ver gevorderd stadium verkeert.
Als de brandweer-auto inderdaad wordt gebruikt voor het
ophalen van smokkelwaar, dan zal dit niet geschieden buiten
medeweten van den commandant van de Brandweer en zal
het ook wel geen bezwaar opleveren uit een oogpunt van
brandgevaar. Spr. zal de zaak niettemin onderzoeken.
De algemeene beschouwingen over dit hoofd
stuk worden hierop gesloten, waarop wordt over
gegaan tot de artikelsgewijze behandeling.
Volgnummer 387. Kosten van de Burgerwacht.
De heer VAN HOUTEN moet Burgemeester en Wethou
ders een teleurstelling bereiden. Dezen zeggen in hun ant
woord op het Centraal Rapport: „Waar blijkens het Centraal
„Rapport, betreffende de begrooting 1935, in alle afdeelingen
„meer leden dezen post wenschten te schrappen, stemt het