12 FEBRUARI 1936.
139
komen, behoort zulks te geschieden door de overheidsor
ganen.
De Voorzitter heeft gevraagd, of de S.D.A.P. soms alle
kanten uit wil. Als men de zaken objectief bekijkt, zal men
moeten toegeven, dat alle partijen op tijd de bakens hebben
moeten verzetten; ook de R.K. Staatspartij heeft zulks meer
malen gedaan en zal het nog dikwijls moeten doen. Als een
partij altijd op het zelfde, dogmatische standpunt bleef staan,
zou zij trouwens geen levensvatbaarheid bezitten. De S.D.A.P.
is in de laatste veertig jaren de stuwende kracht gebleken,
welke niet alleen de materieele, maar ook de cultureeie be
langen van het volk bevorderd heeft.
De VOORZITTER kan een evolutie van de S.D.A.P. mis
schien toejuichen, maar als deze partij tegen een geordende
Burgerwacht blijft gekant, komt die evolutie in een ander
daglicht te staan en blijkt de noodzakelijkheid van het voort
bestaan van de Burgerwacht des te grooter te zijn. De heer
Van Houten heeft te kennen gegeven, dat de S.D.A.P.
van oordeel is, dat men genoeg heeft aan de Politie. Door
het bestaan van een goede Burgerwacht kan men zijn eischen
op politioneel gebied matigen.
De heer KROONE herinnert er in dit verband aan, dat
het vroegere raadslid R i p p e n een partijgenoot van den
heer Van Houten, indertijd, sprekende over de S.D.
A.P. als object voor de Burgerwacht, heeft verklaard, liever
door een vakman dan door een amateur doodgeschoten te
willen worden. Vervolgens komt Spr. op tegen de uitlating
van den heer Van Houten, dat de R.K. Staatspartij
meermalen de bakens heeft verzet; deze partij leeft onder
alle omstandigheden altijd naar de zelfde beginselen.
Daarop wordt de post goedgekeurd en vastge
steld.
I)e heeren Cohen, Qruijs, Heer, Van Houten,
De Jong, Kamphuis en Meijvis wenschen aanteeke-