140 12 FEBRUARI 1936. ning in de notulen, dat zij tegen handhaving van dezen post zijn. Volgnummer 388. Kosten van een ontwikkelingscursus voor het politiepersoneel. De heer KOOIJMAN zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Het is niet voor de eerste maal, dat deze post bij de be handeling van de begrooting in het geding wordt gebracht. Reeds jaren achtereen is er aanstoot aan genomen. Ook in 1932 b.v. werd het door de heeren M a b e 1 i s en Cohen en door mij als een ernstig bezwaar naar voren gebracht, dat er toen f 1500,werd uitgetrokken voor een cursus, te geven door de hoogere politie-ambtenaren en dienende om de agenten op de hoogte te houden van eventueele wij zigingen en aanvullingen van wetten enz. bij te brengen, dus een cursus, noodig om een goede dienstuitvoering te ver zekeren. Werden toen eenerzijds bezwaren geopperd tegen dezen cursus, omdat hij overbodig zou zijn, dus zijnde, voor wat de leerstof betreft, van weinig nut, na het door U gegeven resumé, Mijnheer de Voorzitter, waarin werd aangegeven, welk onderwijs er werd gegeven, is dat bezwaar wel grooten- deels vervallen. Doch het andere bezwaar, Mijnheer de Voor zitter, tegen dezen post bleef bestaan, namelijk de overtuiging, dat deze cursus, die toch uitsluitend beoogt, het personeel steeds z.g. „bij" te doen zijn, als het ware een onderdeel is van den politiedienst en het onderricht dus als dienst is te beschouwen. Ook in 1934 is op dezen post gewezen; er werd toen ge antwoord „Niet verlangd kan worden, dat de lessen voor „niets worden gegeven". Waar het hier, naar mijn inzicht, een zuiver dienstbelang betreft, kan ik, waar toch vooral in dezen tijd op alles be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 140