142
12 FEBRUARI 1936.
nelingen en een voor het behalen van het diploma met aan-
teekening. Aan eerstgenoemden cursus, welke de „stomme
cursus" wordt genoemd, nemen vreemd genoeg ook
vele gediplomeerden deel. Spr. betoogt voorts de wensche-
lijkheid, dat het politiepersoneel leert autorijden. Voor het
overige sluit hij zich aan bij het betoog van den heer
K o o ij m a n.
De VOORZITTER herinnert er aan, dat hij eenige jaren
geleden een nota, betreffende den ontwikkelingscursus voor
het politiepersoneel, aan den Raad heeft overgelegd. De
Raad was het toen geheel met die nota eens. Spr. weet niet
waar de heer Cohen zijn licht heeft opgestoken, doch
deze wil den cursus nu weer van de baan hebben. Het feit,
dat er gediplomeerden aan den cursus deelnemen, is niet
vreemd, aangezien de cursus ten doel heeft het op peil
houden van de kennis van het politiepersoneel ten opzichte
van oude, zoowel als nieuwe wetten, verordeningen en maat
regelen.
De toelagen van de cursusleiders zijn al met 10% ver
minderd. Nu wil de heer Kooijman die toelagen geheel
afschaffen. Spr. dringt er op aan, dit niet voetstoots te doen.
Hij heeft elders geïnformeerd, hoe die cursussen daar ge
regeld zijn; laat men die inlichtingen eerst eens afwachten,
dan kan de zaak aan de hand daarvan nader worden bezien;
Spr. zal dan, in overleg met den Commissaris van Politie,
een voorstel aan den Raad doen.
Ten slotte merkt Spr. op, dat de Raad niet telken jare de
agenten er van moet afhouden, zich meer te ontwikkelen;
dat is niet goed.
De heer KOOIJMAN verklaart, nooit een woord gezegd
te hebben, dat de agenten van den cursus zou kunnen af
houden. Spr. wil er alleen een dienst-kwestie van maken. Hij
acht geen reden aanwezig om degenen, die den cursus leiden,
daarvoor extra te betalen; zulks gebeurt nergens. Het is de