150 13 FEBRUARI 1936. De heer MEIJVIS is van meening, dat de klacht in haar algemeenheid wèl juist is. De bezorging geschiedt zeer on regelmatig; bovendien is daarmede 2 a 3 weken te laat be gonnen. Het komt regelmatig voor, dat de bezorging twee weken achter is. Overigens is Spr. bereid den Wethouder binnen eenige dagen de verlangde namen te geven. De heer KROONE zegt, dat met de bezorging 14 dagen te laat is begonnen en dat deze achterstand nog steeds niet is ingehaald. Overigens is men regelmatig vier dagen ten achter. Spr. stelt er prijs op, dat de menschen alsnog de achterstallige cokes krijgen. Ook hij zal den Wethouder namen geven, evenals de heer M e ij v i s. Wethouder VAN DER WERF herhaalt, dat de cokes in één week worden bezorgd. De heer Kroon e heeft gezegd, dat de bezorging regelmatig 4 dagen achter is. Spr. wijst er nogmaals op, dat het zal voorkomen, dat een werklooze nu eens aan het begin en den daarop volgenden keer aan het einde der week wordt bediend. Dat is geen bezwaar tegen de distribuanten en men moet dan niet spreken van „achter" zijn. Hiermede zijn de besprekingen over dit onder werp geëindigd. Hiernk wordt de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1936 voortgezet. HOOFDSTUK IV. Volksgezondheid. De heer HEER heeft uit het antwoord van Burgemeester en Wethouders vernomen, dat van ondervoeding als ver schijnsel geen sprake is. Spr. is bereid dit op het gezag van Wethouder Van M i e r 1 o aan te nemen. Van het ter zake door den gemeentelijken geneeskundigen- en gezondheids dienst uitgebracht rapport, zal de Raad wel gaarne kennis

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 150