152
13 FEBRUARI 1936.
College van belang gebleken om te onderzoeken, in hoeverre
hulp van het Werkfonds mogelijk is. Wat op de vergadering
te dier zake gehouden, waarop behalve het bijna voltallige
College van Gedeputeerde Staten, ook een vertegenwoordiger
van het Werkfonds aanwezig was, is besproken, is in het
kort vermeld in het in het Dagblad van Noord-Brabant opge
nomen rapport, zoo juist door den heer Van der Ven
voorgelezen.
Verdere mededeelingen over deze zaak, kan Spr. thans niet
doen. Deze aangelegenheid heeft de volle aandacht van Bur
gemeester en Wethouders.
De VOORZITTER zegt, dat het hem voorkomt, dat de
vervuiling der Mark in de laatste jaren minder is geworden.
Dit neemt niet weg, dat het wenschelijk is ter zake een goeden
toestand te verkrijgen. Spr. meent, dat Breda moet mede
werken, als er een behoorlijke oplossing te vinden is, die
ook financieel toelaatbaar is te achten.
Hiermede worden de algemeene beschouwingen
gesloten en overgegaan tot artikelsgewijze behan
deling van dit hoofdstuk.
Volgnummer 25 AOntvangsten ter zake van het open
baar badhuis.
De heer BRANTJES vraagt inlichtingen betrefh. ide het
baden door steuntrekkenden.
De heer COHEN zegt, dat het antwoord van Burgemeester
en Wethouders op de vraag in zake schoolbaden gelijk is
aan dat in vorige jaren gegeven. De schoolbaden staan thans
renteloos. Spr. dringt er op aan, om, bij wijze van proef, te
beginnen met 1 of 2 openbare scholen.
De heer HEER vraagt, of het niet mogelijk is, om deze
aangelegenheid over te dragen aan particulieren. Bestaat er