13 FEBRUARI 1936.
153
niet een vereeniging voor volks- en schoolbaden? Zoo ja,
dan zou aan deze verzocht kunnen worden ter zake het
initiatief te nemen, anders, vreest Spr., dat de schoolbaden
met St. Juttemis nog de voortdurende aandacht hebben van
Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders
antwoorden, dat de kwestie der schoolbaden hun voortdu
rende aandacht heeft, doch dat de invoering tot op heden
is afgestuit op moeilijkheden, waarvoor niet eenvoudig een
oplossing te vinden is. Spr. vraagt welke de moeilijkheden
zijn, waarop de invoering is afgestuit.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt den heer B r a n t j e s,
dat spoedig na het desbetreffende raadsbesluit, den werk-
loozen gelegenheid is gegeven om goedkoop te baden. Hij
kan echter thans niet zeggen, hoe het precies met het gebruik
ervan staat. Als de Raad zulks wenscht, kan dit alsnog ge
schieden. Spr. heeft wel gehoord, dat het geen stormloop is.
Betreffende de schoolbaden kan de Voorzitter beter inlich
tingen verstrekken.
De VOORZITTER wil, in aansluiting aan de laatste woor
den van den Wethouder, nader bezien in hoever een com
missie ter zake goed werk zal kunnen doen. Misschien is
het mogelijk om met eenige openbare scholen te beginnen.
De buitenwereld moet echter niet gaan denken, dat het
badhuis uitsluitend een schoolbad is. Spr. heeft een en ander
genoteerd. Hij zal wellicht een nieuwe commissie in het leven
roepen en overwegen een proef te nemen met 2 of 3 open
bare scholen. Het initiatief ten deze mag ook wel uit de
belanghebbenden voortkomen en de onderwijswereld moet
meehelpen. Hij zal niettemin probeeren er iets van terecht
te brengen.
De heer MEIJVIS vindt, dat de controle op het baden door
werkloozen, zoo scherp geregeld is, dat deze hen weerhoudt
gebruik te maken van de goedkoope baden. Ook vindt hij,