156
13 FEBRUARI 1936.
particuliere inrichting, voor de volle 100% ten laste der
Gemeente in orde te brengen.
De heer CRUL zegt, dat hij ook wel eens een bad heeft
genomen in de kostelooze volksbadplaats. De netheid e.d.
der inrichting valt te loven. Spr. geeft toe, dat de inrichting
te klein is; als men 's middags in de badplaats komt, kan
men onverricht ter zake vertrekken. Spr. vraagt, of het niet
mogelijk is de badplaats uit te breiden en dan een speciaal
tarief, b.v. van 10 cents per keer te heffen en b.v. goedkoope
seizoenkaarten beschikbaar te stellen. Thans is het onmogelijk
om in de volksbadplaats te zwemmen op warme dagen; velen
gaan daarom hier of daar in de Mark de zwemsport beoe
fenen; men moet deze echter meester zijn, anders verdrinkt
men. Hij erkent, dat er inderdaad behoefte is aan een kos
telooze c.q. goedkoope zwemgelegenheid.
De VOORZITTER zegt, dat het blijkt, dat de volksbad
plaats bezocht wordt door zeer verschillende personen. Spr.
neemt aan, dat de heeren C r u 1 en Heer erheen gaan
om ondervinding op te doen.
De heer CRUL: Juist, Mijnheer de Voorzitter! Anders
zwem ik bij voorkeur in dezelfde inrichting, welke door U
geprefereerd wordt.
Zonder verdere opmerkingen wordt de post
daarop goedgekeurd en vastgesteld.
Hoofdstuk IV wordt vervolgens in zijn geheel
goedgekeurd en vastgesteld.
HOOFDSTUK V: Volkshuisvesting.
De heer DE JONG vestigt er de aandacht op, dat de
woninghuren een onevenredig groot deel van de inkomsten