13 FEBRUARI 1936. 157 voor zich opeischen. Daarom dienen er maatregelen te wor den genomen om de huren der arbeiderswoningen te doen dalen. Spr. is belangstellend te vernemen, of het College daarvoor maatregelen heeft uitgedacht. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat het vorig jaar in den Raad een vrij belangrijke verlaging aan de orde is geweest betreffende de woningwet- en gemeentewoningen. Deze kost de gemeente 13 a 14.000 guldens per jaar. Spr. begrijpt, dat aangedrongen wordt tot het nog meer doen dalen van deze huren, omdat zij in ongelijke verhouding staan tot de totale inkomsten, maaraan alles is een grens. Het ligt voor de hand, dat men niet ieder jaar rigoureus kan ver lagen. Men krijgt moeilijkheden met het Rijk in verband met de exploitatiebijdragen; aan de medewerking van het Rijk is men gebonden. Mocht er zich echter een gelegen heid voordoen, welke geen bezwaar oplevert, dan zullen Burgemeester en Wethouders daarvan gebruik maken. De heer VAN HOUTEN merkt op, dat in het Centraal Rapport is gesproken over krotwoningen. Spr. wil op een mistoestand wijzen, n.l. op de onbewoonbaar verklaarde woning van wijlen den heer Kuselbos in de Dieststraat. Men dient direct maatregelen te nemen om deze af te breken. De muur van die woning staat geheel rond; het huis stort vandaag of morgen in. Spr. dringt er op aan het krot spoe dig op te ruimen. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat hieraan aandacht is besteed. Niet zoo lang geleden is er een aanschrijving aan den eigenaar uitgegaan om de noodige verbeteringen aan te brengen. Volgnummer 37 D: Bijdrage van het Rijk in exploitatie kosten van bouwvereenigingen. De heèr VAN DER VEN merkt op, dat, naar aanleiding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 157