13 FEBRUARI 1936. 171 gefrappeerd, dat na een jaar van eigendomsovergang, nog geen bestrating is aangebracht. Spr. vindt het een schande, dat de inrit van Breda in een dergelijken toestand verkeert; hij verzoekt daarin nog dit jaar verbetering te brengen. De heer MEIJVIS heeft uit het antwoord op het Centraal Rapport vernomen, dat de bestrating van het Kloosterplein en de Oude Vest de aandacht van Burgemeester en Wethou ders heeft. Spr. had verwacht, dat een en ander djt jaar gebeurd zou zijn. Een krachtig argument van Burgemeester en Wethouders was, dat de kermis er hinder van zou hebben. Spr. is van meening, dat die pleinen juist daarvoor bestraat moeten worden. Spr. dringt alsnog op bestrating in den loop van het jaar aan. Wethouder VAN MIERLO wil den heer Van der Ven, naar aanleiding van zijn jaarlijks herhaalde klacht, opmerken, dat hij het niet bij het juiste einde heeft. Inderdaad is in Maart 1935 het besluit genomen dezen weg in beheer en onderhoud te brengen bij Breda. De betreffende akte van overdracht is echter pas in December 1935 gepasseerd. Er is dus geen reden tot klagen. Verbetering zal tegelijk met andere straatverbeteringen worden bevorderd. Betreffende de bestrating van Kloosterplein en Oude Vest deelt Spr. mede, dat niet zoozeer de kermis als wel de daar aan verbonden kosten doorslaggevend zijn. Men heeft zich bezig gehouden met plannen; het werk komt op ongeveer f 8.000,—. Spr. vraagt zich af, of het noodig is thans f 8.000,daarvoor neer te tellen. Burgemeester en Wethou ders kunnen misschien een billijker plan vinden; fraai zal het er echter nooit worden. De heer VAN DER VEN zegt, dat het beter was geweest de kwestie van de akte van overdracht in het antwoord van Burgemeester en Wethouders te vermelden; hij had er dan niet over gerept. Voor het verkeer is de weg meer dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 171