184 13 FEBRUARI 1936. eeniging een concert heeft gegeven, zonder daarvoor het gemeentelijk subsidie te gebruiken; zij heeft dat concert uit eigen middelen betaald. Het werd gegeven onafhankelijk van eenigen wensch van het Koninklijk Huis. Spr. verklaart ten slotte te betreuren, dat bepaalde menschen niet tot het Oranje-Comité zouden toetreden, omdat op Zondag feest is gevierd. De heer VAN DER VEN zegt, dat hij jaren lang lid van het bestuur van een bnurtvereeniging is geweest. Als zoo danig heeft de ondervinding hem geleerd, dat de Zondag de beste dag is om feest te vieren. In Dordrecht is door een raadslid gezegd: „Men moet van onze stad geen kerkhof maken". Spr. zou den Voorzitter willen verzoeken er voor zorg te dragen, dat ook van Breda geen kerkhof wordt ge maakt. De VOORZITTER gelooft niet, dat de heer M a b e 1 i s dit van plan is en dat men uit het door deze gezegde ook niet kan afleiden, dat hij niet voor het Oranje-Comité is. De heeren Mabelis en Van der Ven zullen wel niet tot elkaar te brengen zijn, omdat het hier gaat om verschil van inzicht. De heer MABELIS zegt, dat hij niet wenscht op te treden als doodgraver van Breda. De post wordt daarop goedgekeurd en vast gesteld. Hoofdstuk VIII wordt vervolgens in zijn geheel goedgekeurd en vastgesteld. HOOFDSTUK IX. Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen. De heer DE JONG dringt er nogmaals op aan om een onderzoek in te stellen naar het aantal jongere werkloozen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 184