13 FEBRUARI 1936.
185
In tegenstelling met Burgemeester en Wethouders is hij
van oordeel, dat zoodanig onderzoek nut heeft; het kan
geschieden door een aantal werklooze kantoorbedienden, die
dan ook weer enkele weken werk hebben. Bovendien heeft
Spr. er mede bedoeld, dat dan aan het licht izal kunnen
treden onder welke groepen zich de meeste jongere werk-
loozen bevinden. Ook komt men dan te weten, of er intel-
lectueele jeugdige werkloozen zijn, die hun kracht ter be
schikking willen stellen voor het een of ander werk. Met
betrekking tot werkobjecten voor jeugdige werkloozen wil
hij een misverstand uit den weg ruimen. De Centrale Werk
plaats zal ongetwijfeld op een oogenblik dermate geoutil
leerd zijn, dat daar geen arbeid meer te verrichten is. Spr.
wil daarom reeds nu uitzien naar een ander object; een
zoodanige gelegenheid te vinden, is voor hem van het groot
ste belang. Spr. hoopt op de krachtige medewerking dien
aangaande, wanneer hij deze aangelegenheid in de betreffende
commissie zal voorbrengen.
Een andere kwestie is de huurbijslagregeling. Het is alge
meen bekend, dat door de Regeering suggesties zijn gedaan,
welke wijzen op verandering. De bedoeling van zijn fractie
is dus om de noodige aandacht aan deze zaak te besteden,
om, zoodra de maatregelen effectief zullen zijn, onmiddellijk
stelling daartegen te nemen, zoo noodig in samenwerking
met andere gemeentebesturen. De arbeiders mogen niet wor
den gedreven in woningen, waardoor het beschavingspeil
zal dalen en waarin ze de laatste jaren niet vertoefd hebben.
De heer VAN DER VEN vestigt nogmaals de aandacht
op het adres van de R.K. Werkliedenvereeniging betreffende
den bijslag op het ziekenfonds. De heer De Jong heeft
zoo juist den treurigen toestand geschilderd, waarin de werk
loozen verkeeren. Deze menschen stellen er prijs op om
lid van het ziekenfonds te blijven; zij kunnen echter de
premie niet meer betalen. Hij stelt daarom voor 25% toeslag
te geven op deze premie.