13 FEBRUARI 1936. 189 worden genomen. Het is op het oogenblik zoo, dat in Gro ningen een wethouder op zich heeft genomen om met andere gemeentebesturen maatregelen te nemen, om van dit heil- looze denkbeeld terug te komen. Spr. dringt er daarom op aan, dat het Gemeentebestuur van Breda activiteit zal be trachten. De heer STRUIKEN merkt ten aanzien van het tewerk stellen van jeugdige werkloozen op, dat bij de gemeente bedrijven te 's Gravenhage een proef is genomen om in plaats van één, twee personen voor halven tijd te werk te stellen. Deze proef is met succes toegepast. Misschien verdient het aanbeveling haar ook in Breda in te voeren. De heer VAN DER VEN zegt, dat Wethouder Van M i e r 1 o over een enquête heeft gesproken en daarbij heeft doen uitkomen, dat de animo niet groot was. Spr. noemt dat logisch, aangezien de menschen niet meer kunnen be talen. Spr. verzoekt op korten termijn het prae-advies van Burgemeester en Wethouders te mogen ontvangen. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat op de enquête-for mulieren de vraag stond vermeld of men wenschte, dat ieder 1/3 zou bijdragen. Spr. zegt toe, dat deze zaak niet zal blijven rusten. Hij hoopt dat Burgemeester en Wethouders op korten termijn kunnen adviseeren. Het Hoofdstuk wordt daarop goedgekeurd en vastgesteld. HOOFDSTUK XII. Belastingen. Volgnummer 155 AUitkeering van het Rijk wegens 20 ol0 der hoofdsom van de personeele belasting naar den eersten, tweeden en derden grondslag.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 189