24 MAART 1936.
201
45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijzi
ging van de gemeentebegrooting voor 1936 en van de
begrootingen van het Electriciteits-, het Gas-, het Water-
leiding-bedrijf en het Openbaar Slachthuis voor dat
dienstjaar.
Tegenwoordig: de heeren P. GRU1JS, H. J. VAN
HOUTEN, J. J. KAMPHUIS, R. HEER, Mr. F. B. I. M.
JANSSENS, J.' J. C. M. VAN KEEP, J. M. MF.IJVIS,
J. N. KROONE, A. MABELIS, Mr. J. PLEIJTE, Ir. F. S.
A. VAN DER WERF, J. A. MEIJS, A. A. J. M. LOONEN,
S. KOOIJMAN, J. F. A. ELICH, TH. SPOELDER, C. L.
M. BRANTJES, G. T. DE JONG, C. A. CRUL, A. BROOS,
Mr. A. A. M. STRUIKEN, J. J. VAN BUITENEN, Mr. E.
L. H. M. VAN MIERLO, P. A. KUIJLAARS, B. COHEN
en H. J. VAN DER VEN.
Afwezig: de heer A. C. B. VAN ARENDONK-
Voorzitter: de heer Mr. Dr. W. Q. A. VAN SONSBEECK,
burgemeester.
Secretaris: de heer Mr. PH. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZI TTER opent de vergadering en zegt het vol
gende
Het besluit der Koningin is U bekend. Ik kan niet goed
van niij verkrijgen deze vergadering aan te vangen zonder
een enkele gemoedsuiting mijnerzijds.
Hoezeer waardeerend het vertrouwen, dat LIare Majesteit
in mij stelt, hoezeer erkentelijk voor het gunstige oordeel
van Haar adviseurs, toch had het besluit om aan de roep
stem gehoor te geven zijn groote moeilijkheid en wei het
afscheid van den tegenwoordigen werkkring, afscheid van
de stad van zeventienjarige inwoning, afscheid van onze
evenzeer Bredalievende medewerkers en vrienden zoor»! in