24 MAART 1936.
203
Wordt dus Uw heengaan om bovenstaande redenen bij
zonder door dezen Raad betreurt, dit wordt zeker niet minder
gedaan om al Uw bijzonder goede eigenschappen, door
alle Bredasche ingezetenen, van hoog tot laag en van eiken
rang en stand. En al zal het zeker niet gemakkelijk zijn,
voor U een opvolger te vinden, die U in Uw goede eigen
schappen van hart en geest zal kunnen evenaren, toch geloof
ik, dat ik als oudste raadslid de tolk van allen ben, door in
de eerste plaats een woord van waardeering te spreken tot
de bevoegde autoriteit, door wie Uw goede eigenschappen
dermate zijn gewaardeerd, dat zij U daardoor voor die
hooge functie bij H. M. de Koningin heeft .willen voordragen.
Rest mij nog, Mijnheer de Voorzitter, U en Uw gezin van
harte te feliciteeren met Uw hooge benoeming, hopende,
dat Gods onmisbare zegen nog vele jaren op U en op Uw
werk als hoofd van dat gewest zal mogen rusten.
De VOORZITTER dankt den heer Broos voor diens
vriendelijke woorden en den Raad voor de instemming daar
mede betuigd.
Vervolgens deelt Spr. mede, dat van den heer Van Aren-
donk bericht is ingekomen, dat hij verhinderd is deze
vergadering bij te wonen.
Daarop stelt Spr. aan de orde:
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van 28
Januari j.l.
De VOORZITTER zegt, dat die notulen, overeenkomstig
het bepaalde in artikel 8 van het reglement van orde voor
den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen
en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en vraagt,
of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt
of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te
brengen.