210 24 MAART 1936. De VOORZITTER zegt, dat een circus-onderneming in derdaad meer vergoeding zou moeten betalen, doch het College van Burgemeester en Wethouders heeft hierin iets gezien ter bevordering van de middenstandsbelangen. Het adres van den heer Vennings ter zake, kan hiermede als afgedaan worden beschouwd. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het prae-advies van Burgemeester en Wet houders besloten. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om het pand Boschstraat no. 49 opnieuw te verhuren aan de N.V. Singer-Maatschappij te Amsterdam (Bijlagen 1936, no. 43). De heer HEER merkt op, dat het plan tot verbetering van het schoolgebouw aan de Boschstraat wellicht verband kan houden met het te verhuren pand, daar de concierge dier school thans in een noodwoning gehuisvest is. Spr. geeft daarom in overweging, het pand voorloopig van maand tot maand te verhuren. De VOORZITTER antwoordt, dat het niet in de bedoeling ligt, grootscheepsche veranderingen in het schoolgebouw aan te brengen. Het plan tot verbouwing is in eenvoudigen vorm gehouden; het pand Boschstraat no. 49 is er niet in betrok ken. Verlenging van de vergunning voor bewoning der nood woning is nog onlangs verkregen. De concierge is tevreden met zijn woning. Binnen een jaar moet verlenging der be woning toch weer onder het oog worden gezien; men kan dan nog zien, wat men doet. De heer HEER hoopt, dat de verbouwing der school geen jaar meer op zich zal laten wachten; zij mag volgens Spr. niet van eenvoudigen aard zijn. Spr. blijft het raad zaam vinden, het pand Boschstraat no. 49 voorloopig slechts van maand tot maand te verhuren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 210