226 24 MAART 1936. het werk vóór dien tijd gereed hebben. Spr. zal de vraag van den heer Elich aan den dienst van Openbare Werken voorleggen en hem zoo spoedig mogelijk inlichten, doch laat men het voorstel thans afhandelen. Spr. vraagt, of de heer Elich zich daarmede kan vereenigen. De heer ELICH antwoordt bevestigend. Daarop wordt conform het voorstel van Bur gemeester en Wethouders besloten. 45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van de gemeentebegrooting voor 1936 en van de begrootingen van het Electriciteits-, het Gas- en het Water leidingbedrijf en het Openbaar Slachthuis voor dat dienstjaar. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. De VOORZITTER vraagt, of men ingenomen is met de „Bijlagen" en de wijze waarop zij gedistribueerd worden. Spr. voor zich meent, dat de nieuwe maatregel zeer ver eenvoudigend werkt. Dc heer ELICH stemt ten zeerste in met het oordeel van den Voorzitter. Spr. zou echter willen vragen, of het niet mogelijk is het nummer van het agenda-punt te doen over eenstemmen met het nummer der bijlage. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks practische moei lijkheden met zich brengt. Het kan trouwens niet zooveel bezwaar opleveren, dat deze nummers verschillen, daar het nummer der bijlage altijd achter het agenda-punt wordt vermeld. Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering. De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 226