22
28 JANUARI 1936
C. de waardeering- van vergelijkbare functies in het
bedrijfsleven.
Ad A,
De ondergeteekenden hebben de stellige overtui
ging, dat bovengenoemde functionarissen in vele an
dere provincies een hoogere jaarwedde genieten dan
te Breda het geval is.
Ad B.
Een nadere motiveering komt ondergeteekenden
overbodig voor, daar Uw Raad volledig op de hoogte
is van de salarieering en de verhoudingen van de ver
schillende functies in de gemeente Breda.
Ad C.
Het heeft ondergeteekenden bevreemd, dat nu en in
het verleden ter vaststelling van een bepaald loon,
voor wat betreft de gemeentewerklieden, vergelijkin
gen getroffen werden met gelijksoortige functies in
het bedrijfsleven, doch dat over een vergelijking van
de wedden van hoogere gemeente-functionarissen met
vergelijkbare functies in het bedrijfsleven nooit ge
sproken wordt.
De ondergeteekenden zijn overtuigd, dat, indien
zulk een vergelijking werd getroffen, deze zou aan-
toonen, dat de salarieering in het bedrijf leven hooger
ligt dan die van de gemeente-functionarissen hier
boven genoemd.
Ten respecte van Uw Raad hebben ondergetee
kenden het wenschelijk geoordeeld hun meening, dat
de jaarwedden van Burgemeester, Secretaris, Ontvan
ger en Wethouders te Breda niet voor verlaging in
aanmerking komen, nader te motiveeren. Zij zijn ech
ter van meening, dat in het onderhavige geval, waar
de Minister van Binnenlandsche Zaken verzoekt een
verlaging van bovengenoemde salarissen met 2 i/a
pCt. toe te passen en Zijne Excellentie dus aanneemt,