22 APRIL 1936. 262 houders weten nu, wat de Raad wil. Aan de hand van die wetenschap zullen zij de redactie van het voorstel nog eens ernstig bezien. Daarop wordt besloten, de verdere behandeling van dit punt der agenda tot de volgende verga dering aan te houden. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van het aan de Gedeputeerde Staten van Noord-Bra bant ter goedkeuring ingezonden reglement voor de Stichting „Oude-Mannenhuis" (Bijlagen 1936, no. 80). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij- ziging van de schoolgeldregeling voor de Handelavondschool (Bijlagen 1936, no. 97). Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het opnieuw vaststellen van verordeningen op de heffing en in vordering van rechten, als bedoeld in artikel 21 der Besmet telijke Ziektenwet, voor door den Gemeentelijken Genees kundigen en Gezondheidsdienst verrichte diensten (Bijlagen 1936, no. 62), aangehouden in de vorige vergadering, als mede een prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het voorstel van het raadslid S. Kooijman, tot aanvulling van artikel 5 der heffingsverordening (Bijlagen 1936, no. 89). De heer KOOIJMAN zegt, dat het hem genoegen doet, dat het College van Burgemeester en Wethouders zijn be zwaren mede heeft aangevoeld. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 262