26
28 JANUARI 1936
één van 1910 M2., zonder vergoeding. Naar Spr. 's meening
is die verdeeling der kosten niet juistde 1910 M2, zijn niet
noodig geweest voor het Grondbedrijf, maar voor den aan
leg van een plantsoentje met vijver. De kosten behoorea
dus te komen ten laste van den Algemeenea Dienst of ten
laste van het Waterleidingbedrijf, do oh in geen gevlal ten
laste van het Grondbedrijf. Spr. stelt derhalve voor, den grond
in kwestie wei uit het Grondbedrijf te nemen, doch ten laste
van den Algemeenen Dienst of ten laste van het Waterlei
dingbedrijf. Ook vraagt Spr., hoe het staat met de verreke
ning van de andere kosten, o.a. van het maken van den
keermuur komen die ook ten laste van het Grondbedrijf
Wethouder VAN DER WERF zegt, dat op 2o Juni 1934
door den Raad is aangenomen een voorstel tot liet bouwen,
van een watertoren in den Belcrumpolder, waarbij een ere-
diet van rond f 101.000,ten laste van het Waterleiding
bedrijf en een van rond f5500,ten laste van het Grond
bedrijf kwam. Er heeft dus duidelijk de bedoeling bij voor
gezeten, de kosten van den bouw van den watertoren en an
dere daarmede samenhangende werkzaamheden te splitsen.
Ee kosten van een en ander zijn in de begrooting gespecifi
ceerd. Bij dat raadsbesluit is dus al in principe vastgesteld,
dat de kosten, welke de heer Elich bedoelt, zouden komen
ten laste van het Grondbedrijf, Nu is het logisch, dat ten
aanzien van den grond dezelfde lijn wordt gevolgd. De bedoe
ling van den plantsoen- en vijveraanleg is geweest de omge
ving van den Watertoren wat te verfraaien. Mem kan van
meening verschillen over de vraag, of de kosten daarvan al
of niet ten laste van het Grondbedrijf moeten komein.in
principe is daartoe al beslotenhet zou dus vreemd zijn, als
men nu anders ging besluiten.
De heer ELIGH zegt, dat, als men zich een oogenblik indenkt,
dat deze gronden aan een particulier toebehoorden, de zaak
duidelijker wordt. Men gaat dan toch' ge'an vijver van
f 8000,cadeau geven. Het kan nu wel zijn, dat in principe