278
15 MEI 1936.
Spr. gelooft, dat de eenige oplossing daarvoor is het heffen
van entrée.
Ten slotte zegt Spr., dat het dieper maken van den plas
onder de tegenwoordige omstandigheden niet verantwoord
zou zijn.
De heer CRUL is in tegenstelling met den heer Cohen
van meening, dat thans een ideale oplossing is gevonden
voor dit vraagstuk. Spr. is het dan ook geheel eens met den
heer Brantjes. Hij zou echter willen verzoeken om ten
gerieve van hen, die werken, op Dinsdag, Donderdag en
Vrijdag de openingsuren van 1519 te wijzigen in 1620.
In de practijk zal dit blijken een goede maatregel te zijn.
De heer HEER betreurt het, dat de heer C r u 1 dit een
ideale oplossing vindt. Het gaat niet aan, dat een maatregel
van orde direct financieele offers moet eischen. Spr. is, in
tegenstelling met Burgemeester en Wethouders van oordeel,
dat men het juist op prijs moet stellen, dat de ouders hun
kinderen naar de zwemplaats sturen. Er is geen sprake van
een overmatig gebruik door de kinderen. Spr. gelooft niet,
dat dit een goede oplossing kan zijn. Burgemeester en Wet
houders achten twee dagen per week kosteloos zwemmen
voldoende. Dit is maar betrekkelijk; het hangt af van het
weer. Bovendien zal juist op die kostelooze dagen het gebruik
zeer toenemen. Het gevolg hiervan zal zijn, dat men straks
zal gaan zwemmen op plaatsen, waar geen toezicht is, met
alle gevaren daaraan verbonden. Spr. acht het op grond van
een en ander beter, te bepalen, dat de kinderen op een be
paald uur het zwembad moeten verlaten. De grootste fout,
die aan de inrichting kleeft, is volgens Spr., dat zij veel te
klein is.
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat de heer Cohen hef
voorstel niet goed gelezen heeft. De aanleiding tot den voor
gestelden maatregel is niet geweest door een entrée-geld een
extra bate voor de gemeente te verwerven, maar alleen de