15 MEI 1936. 281 tenzij men de jeugd den toegang tot de volksbadplaats ver biedt. De heer BRANTJES zegt, dat het denkbeeld van den heer Heer, om bepaalde uren voor kinderen in te voeren, niet voor verwezenlijking vatbaar is, omdat de helft van het aantal kinderen, dat van de zwemgelegenheid gebruik wil maken, er dan niet in komt. Spr. vraagt den heer Cohen, die den kinderen een knipkaart zou willen verstrekken, hoe die kaart er na een paar dagen zou uitzien. Dit denkbeeld is evenmin practisch uitvoerbaar. De VOORZITTER merkt op, dat de opbrengst der entrée- gelden wel aan kosten voor controle zal heengaan. De maat regel is dan ook niet bedoeld om winst te maken, doch alleen om de serieuze zwemmers en baders te gerieven. Spr. kan niet aannemen, dat 6 a 7 leden van één gezin eiken dag zullen gaan baden. Hij gelooft dan ook niet, dat er bezwaar tegen bestaat het voorstel te aanvaarden; het is heusch niet van zoo'n geweldige beteekenis. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en aange nomen met 18 tegen 7 stemmen. Voorde heeren Loonen, Elich, Pleijte, Kooij- man, Crul, Spoelder, Broos, Van der Werf, Brantjes, Van der Ven, Van Arendonk, Van Keep, Meijs, Mabelis, Van Mierlo, Janssens, Struiken en Van Buitenen. "Tegende heeren Gruijs, Cohen, De Jong, Me ij vis, Heer, Kamphuis en Van Houten. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan vulling van de verordening, betreffende het verleenen van subsidie ten behoeve van bewaarscholen (Gemeenteblad no.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 281