15 MEI 1936. 282 293), met een bepaling in zake het zich onderwerpen van het personeel dier scholen aan t.b.c.-keuring (Bijlagen 1936, no. 108). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling eener gewijzigde garage-verordening (Bijlagen 1936, no. 110). Zonder eenige bedenking wordt deze veror dening vastgesteld. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot dele gatie van bestuursbevoegdheden van den Raad aan Burge meester en Wethouders (Bijlagen 1936, no. 112). De heer STRUIKEN zegt, dat dit voorstel inderdaad van bescheiden omvang is. Spr. is het met Burgemeester en Wethouders eens, dat het thans geen aanbeveling verdient tot een delegatie in uitgebreidere mate over te gaan. Hij zou alleen gaarne zien, dat Burgemeester en Wethouders regelmatig in de eerstvolgende vergadering mededeeling doen van de gevallen, waarin zij van de overgedragen bevoegd heden gebruik hebben gemaakt, opdat de Raad kan beoor- deelen, op welke wijze dit geschiedt. De heer MABEL1S merkt het volgende op: Mijnheer de Voorzitter. Het doel van dit voorstel, n.l. om eenige bevoegdheden van den Raad over te dragen aan Burgemeester en Wethou ders heeft mijn instemming niet. Er wordt in dezen tijd nog al eens aan de bevoegdheden van den Raad geknabbeld. Regeering en Gedeputeerde Sta ten, ieder zoo op zijn beurt, laten zich niet onbetuigd, zelfs in die mate, dat twijfel, of het bepaalde bij artikel 143 en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 282