15 MEI 1936.
285
maar overi-
belangrijke 1
er en Wet-
de zakelijke
het feit, dat j
ran zijn taak
egdheden is I
171 begint j
Hij besluit''; I
list". Dit is
en raad een
ir eigen be-
der wet de
waarden aan
naar dan zal "I
zijn. En de
erin, dat de
rad niet vol- 1
g door Bur-
aarborgt. Dat
k door Bur-
ie bijna vijf
zijn, is. mij
n heeft op-
richtige uit-
incom petent
i
dan genoeg
De Raad
)e gevaarlijk
motiveering
et verhuren
uders is ge
rm nu maar
Burgemees
ter en Wethouders over te laten. En zoo is het in het geheel
niet denkbeeldig, dat de thans te delegeeren bevoegdheden
binnen korter of langer tijd voor uitbreiding in aanmerking
worden gebracht.
De Raad zal m.i. goed doen, op dezen weg niet verder
te gaan en onder dank aan het College voor de in zich
loffelijke poging, de taak van den Raad te willen verlichten,
dit voorstel niet te aanvaarden. Ik althans zal mijn stem
daaraan niet geven.
De heer VAN HOUTEN kan zich geheel aansluiten bij
het door den heer M a b e 1 i s gesprokene. Spr. heeft vooral
bezwaar tegen hetgeen de heer Struiken wil, aangezien
de Raad dan in de positie zou komen, na een voldongen
feit daarover te mogen spreken. Dit heeft ook nog een ander
bezwaar. Immers het is mogelijk, dat de Raad niet met de
handeling van Burgemeester en Wethouders accoord gaat
en dan krijgt men een bespreking, welke niet bevorderlijk
zal zijn voor de goede verstandhouding tusschen den Raad
en Burgemeester en Wethouders. Spr. is dan ook niet alleen
gekant tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
maar ook tegen de door den heer Struiken gewenschte
toevoeging.
De VOORZITTER merkt op, dat er is gezegd, dat het
gezag en de zeggenschap van den Raad in gevaar zouden
zijn. De Raad zal er echter toch wel van doordrongen zijn,
dat Burgemeester en Wethouders niet de bedoeling hebben
eenige bevoegdheid aan den Raad te ontfutselen. Het voor
stel komt alleen voort uit overwegingen van practisch belang.
Immers het is van practisch nut de afdoening van zaken te
bespoedigen. Nu moet men soms lang wachten om een
zaak van geringe beteekenis, b.v. het ruilen van een strookje
grond, bestemd voor straataanleg, af te doen, waardoor soms
bouwplannen worden opgehouden.
De heer M a b e 1 i s is vooral tegen het voorstel van leer
getrokken, omdat hij hierin ziet een aantasting van de au-