15 MEI 1936. 291 toogd, de bestaande regeling in zake huur der watermeters te handhaven. Deze wenschelijkheid wordt door Gedepu teerde Staten o.m. gemotiveerd, dat een voorzichtig beleid medebrengt thans niet een bedrag aan gewone middelen prijs te geven, alsmede en wel op grond van het Konink lijk Besluit van 29 December 1933, Staatsblad no. 773 dat over overschotten van vroegere dienstjaren niet behoort te worden beschikt vooraleer alle redelijke middelen zijn aangewend om een reëel evenwicht in het budget te ver krijgen. Wat nu het eerste punt betreft, kan m.i. een onbillijke, doch noodzakelijk ingevoerde maatregel nog niet onder de gewone middelen worden gerekend. En wat de verwijzing naar dat Koninklijk Besluit aangaat: deze voorschriften zullen zeker in vele gevallen aanbeveling verdienen, doch ik vraag mij toch wel af, of het instandblijven van die watermeterhuur hier onder de bestaande omstandigheden wel onder de rede lijke middelen moet worden gerekend, nu het geheele land vraagt om verlaging van vaste lasten, terwijl met goedvinden der Regeering ook hier de huren der met rijkssteun gebouw de arbeiderswoningen niet onbelangrijk werden verlaagd, niettegenstaande voor 1936 door de overheid, tot dekking van de exploitatie-tekorten, een bijdrage van f 59.000, moest worden geraamd. Evenmin heeft de Regeering be zwaar, wanneer vele duizenden gulden aan inkomsten worden prijsgegeven, zelfs door armlastige gemeenten, om b.v. de lasten der café- en restaurantbedrijven te verlichten. En al zal zeker niemand ontkennen, dat vele daarvan in moeilijke omstandigheden verkeeren, toch is dit in geenen deele te vergelijken met de vele honderden hier in nood verkeerende en gesteunde gezinnen. En zou nu die zelfde Regeering willen bevorderen, dat aan die gezinnen een niet naar draag kracht, maar een met de overige ingezetenen evenredige belasting werd opgelegd van f 4,per jaar, die noch voor het bedrijf, noch voor het verkrijgen van een sluitende be grooting noodig is, doch alleen geheven zou moeten worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 291