294 15 MEI 1936. belasting, maar zij is niet onrechtvaardig. Watermeterhuur wordt in tal van gemeenten geheven. Men kan principieel ergens tegen gekant zijn Spr. is zelf tegenstander van watermeterhuur maar dat brengt nog niet mede, dat het onrechtvaardig is als het toch gebeurt. De heer Broos trok destijds een wissel op de komende salaris- en loonsher- ziening. Burgemeester en Wethouders hebben evenwel aan getoond, dat deze bate al is opgesoupeerd bij de opcenten- heffing-Gemeentefondsbelasting. Dit alleen hebben wij in de bijlage betoogd en niet, dat de heer Broos de opbrengst der salarisverlaging verkeerd had geschat. Verder zegt de heer Broos, dat hij bij de behandeling van de begrooting niet kon weten, dat er op 22 April j.l. een zoo groot tekort zou zijn. De heer Broos kon echter toch nagaan, dat de toestand niet rooskleurig was, daarvoor zit hij dicht genoeg bij de steunverleening aan werkloozen. De daarvoor benoo- digde gelden worden uiterlijk in de maand October, voor afgaande aan het begrootingsjaar, geraamd. En reeds kon men, tijdens de vaststelling der begrooting door den Raad, zien aankomen, dat de stijging der werkloosheidsuitgaven de begrooting onvoldoende zou doen zijn. Dat is de laatste jaren telkens, ondanks zoo zorgvuldig mogelijke ramingen, het geval geweest. Het is een feit, dat in 1936 een bedrag van f 250.000,minder zal worden ontvangen dan uitge geven. Daarom moest dit worden genomen van het over schot van het dienstjaar 1934. Bedoeld overschot was ten gevolge van bijzondere omstandigheden de opengestelde gelegenheid voor storting van gewetensgeld, het belangrijk minder uitgeven in werkelijkheid dan door den Raad was geraamd en nog enkele andere factoren buitengewoon groot, zoodat een dergelijk overschot wel niet meer zal voorkomen en het vrijwel vaststaat, dat er op den duur te korten zullen ontstaan. Een voorzichtig financieel beleid eischt, dat men onder die omstandigheden geen baten prijs geeft, in de hoop die geen voldoenden grond heeft dat volgende jaren wel weer ruime overschotten aanwezig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 294