308 30 MEI 1936. hem juist blijft voorkomen, zal hij andere gevoelens, ook waar deze ver van de zijne zullen afwijken, steeds eerbie digen. Raad en burgemeester zullen het best de algemeene belangen dienen, indien men zich indenkt in elkanders op vattingen en er wederzijds een vertrouwen ontstaat, dat elke persoonlijke overweging uitsluit. Er kan verschil van opvat ting heerschen; twijfel aan elkanders goede bedoeling mag niet bestaan; voorop staat steeds de overtuiging, dat wij allen ons geroepen gevoelen, den bloei en de welvaart van de stad te verhoogen en het algemeen belang willen dieneti, hetwelk boven stands- en partijbelangen staat." Mijnheer de Voorzitter. Ik ben van meening, dat met deze woorden op uitnemende wijze weergegeven wordt de juiste verstandhouding, die er moet bestaan tusschen den burge meester en den raad. Deze woorden zijn echter niet origineel van mij. Het zijn woorden, die door U in deze vergaderzaal werden uitgesproken op 2 Januari 1919 bij de aanvaarding van Uw ambt als burgemeester van Breda. Wanneer wij thans, na ruim 17 jaren, deze woorden nog eens bij ons zelf over wegen, dan treft het ons, hoe nauwgezet U zich in al die 17 jaren gehouden hebt aan de beloften, die U hebt uitgesproken bij de aanvaarding van Uw ambt. Gij waart de voortreffelijke regent, degene, die zich wist te stellen boven elke partij en daardoor in onze stad een rust schiep, die een eerste eisch is voor verder opbouwend werk. Gij waart de hoffelijke en stijlvolle Voorzitter, die door zijn groote tact en welwillend heid, zijn goed humeur, soms met een tikje ironie, zonder echter de leden in hun gevoelens te kwetsen, de debatten in ons College op een peil wist te houden, der stad Breda waardig. Wij zullen missen Uw sprankelenden geest, Uw groote voortvarendheid, Uw vooruitzienden blik, Uw groote werk kracht en initiatief, die zonder de kleinere zaken te verwaar- loozen, toch steeds voor ons en alle betrokkenen de groote lijnen wist uit te stippelen, waarlangs de groei en de bloei van Breda konden worden bevorderd. Wij zullen missen den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 308