30 MEI 1936. 309
werkelijken Burgervader, die door zijn jovialiteit en gemak-
kelijken omgang, zonder dat hierdoor echter zijn autoriteit
werd geschaad, voor een ieder toegankelijk was en tot wien
een ieder zich in vol vertrouwen kon wenden.
Voor U, die thans op het punt staat de stad Breda en haar
bevolking te verlaten, moge het een troost zijn, dat Gij gaat
achterlaten een gemeente, die door Uw zin voor historie,
zich zelf weer bewust is geworden de bakermat der Nassau's
te bezitten; een gemeente, die in zich herbergt vele bevol-
kingsgroepen van uiteenloopende samenstelling, die door Uw
persoonlijkheid tot een eenheid zijn gevormd, waardoor Breda
als woonstad een des te grootere aantrekkelijkheid heeft ge
kregen; een gemeente, die weliswaar ook door de ongunst
der tijden getroffen wordt, doch die nog in staat is zich
zelf te besturen.
Wie Uw opvolger ook moge zijn, hij zal hier aantreffen
een vreedzame, arbeidzame bevolking, trouw aan Kerk en
Staat, opgevoed in de deugden, waarin de Burgemeester van
Breda zoo bijzonder uitblonk.
Gij, die als niet-Brabander, op zoo voortreffelijke wijze de
psyche van den Brabander en in het bijzonder van den Bre-
danaar hebt weten te verstaan en tot de Uwe te maken, Gij
hebt U een blijvende plaats verworven in de harten van
Uw gemeentenaren. Het past ons U hier openlijk en oprecht
dank te betuigen voor al datgene, dat op zoo uitnemende
wijze door U tijdens Uw succesvolle loopbaan als burgemees
ter van Breda is verricht.
Burgemeester van Breda, wij nemen afscheid van U.
Wij wenschen Zijne Excellentie Van Sonsbeeck, Gods
rijksten zegen in zijn nieuwe ambt. Dat het hem moge ge
geven zijn gedurende vele jaren zijn rijke gaven van geest
en karakter te mogen schenken aan Limburg en ons dierbaar
vaderland.
De heer MEIJVIS wil, namens de S.D.A.P.-fractie, enkele
woorden van waardeering spreken tot den scheidenden Voor-