30 MEI 1936.
315^
genoeg danken en het is mij daarom een groot voorrecht
dit als naastbetrokken insider bij deze te mogen doen.
Het spijt ons meer dan ik bij machte ben te zeggen, dat
wij U niet langer als onzen Burgemeester mogen behouden
en ik weet, dat ik de instemming heb van al mijn medeleden
van den Raad en van geheel Breda als ik U en Mevrouw
Van Sonsbeeck en Uw Kinderen toewensch, dat het
U onder Gods onmisbaren zegen moge gegeven zijn in Uw
nieuw hoog ambt nog vele jaren op deze wijze te mogen
optreden in het belang van het schoone Limburg en daarmede
in dat van ons geheele land.
De GEMEENTE-SECRETARIS, het woord gevraagd en
verkregen hebbende, zegt, dat hij met aan boosaardigheid
grenzende hardnekkigheid zou willen trachten den Burge
meester hier te doen blijven. Een ieder weet, dat tusschen
een burgemeester en een secretaris een nauwe band van
samenwerking bestaat. Die nauwe band wordt hier in Breda
gesymboliseerd door een deur tusschen de vertrekken van
den burgemeester en den secretaris. Spr. heeft die deur steeds
met veel genoegen geopend, omdat hij daarachter tact en
raad kon vinden. In de toekomst zal hij den zelfden persoon,
die den raad verschafte, daar niet meer aantreffen en daarom
wenschte hij met aan boosaardigheid grenzende hardnek
kigheid den Burgemeester in Breda te houden. Er is echter
één troost; Spr. meent den scheidenden Burgemeester niet
beter te kunnen eeren dan door bij elke moeilijkheid, die
zich in de toekomst zal voordoen, te denkenWat zou Bur
gemeester Van Sonsbeeck in dit geval gedaan hebben
Hij zal het voorbeeld van Burgemeester Van Sonsbeeck
steeds voor oogen houden.
Wethouder VAN BUITENEN verklaart, dat deze verga
dering hem doet denken aan een begrootingsvergadering,
waarin de fracties de een na de ander aan het woord zijn
over het bestuursbeleid en ten slotte het woord is aan het