316
30 MEI 1936.
College. De Wethouders spreken dan meestal ook namens
U, Mijnheer den Voorzitter, zegt Spr. Nu ik mede namens
mijn collega's-wethouders het woord heb gevraagd na de
verschillende fractieleiders, is dit niet het geval, want de
fracties hebben alle woorden van waardeering tot den schei
denden Voorzitter gesproken. Ook de Wethouders willen hier
met een enkel woord hun hart luchten.
U zijt, zegt Spr., naast voorzitter van den Raad, uiteraard
ook voorzitter van het College van Burgemeester en Wet
houders geweest. Wij danken U, voor de tactvolle leiding
der college-vergaderingen en Uw rustig vertrouwen in de
toekomst van Breda, waardoor U ons wist te bezielen. Ge
durende een aantal jaren hebben wij tal van vergaderingen
met U mogen medemaken, waarin talrijke lastige kwesties
aan de orde kwamen; ik denk hierbij aan de moeilijke vraag
stukken, welke zich voordeden na de grensuitbreiding, die
zoovele zorgen heeft gebaard. Wij danken den Burgemeester,
die ons was een voorbeeld van werklust en toewijding en
dit ook zal blijven voor de toekomst.
Dan wil ik nog even memoreeren de voortreffelijke ver
houding, welke in het College tusschen den Voorzitter en
de overige leden bestond. Deze kwam zoo aardig tot uiting
toen de Burgemeester in de college-vergadering mededeeling
deed van zijn aanstaande benoeming tot Commissaris der
Koningin in de provincie Limburg. Wij zaten toen allen zóó
verslagen, dat wij vergaten hem met zijn hooge benoeming
te feliciteerenVoor de prettige verhouding, welke aan Uw
voortreffelijke leiding te danken was, zeggen wij U, Mijnheer
de Burgemeester, hartelijk dank. Wij hopen op Gods rijksten
zegen voor U, voor Uw gezin en voor Uw toekomstigen
arbeid, opdat Gij een gelukkige toekomst tegemoet gaat in
het schoone gewest, waarin U geroepen zijt H. M. de Ko
ningin te vertegenwoordigen.
Ten slotte wil Spr. nog als raadslid spreken en als zoo
danig een voorstel doen. Hij zou dit niet doen, als hij niet
wist, dat alle raadsleden daarmede instemden. Spr. stelt na-