30 MEI 1936. 317 melijk voor om het wandelpark in de Boeimeer, dat aanstonds zal worden geopend, den naam te geven van: „BURGE MEESTER VAN SONSBEECKPARK". De VOORZITTER verklaart er zeer erkentelijk voor te zijn, dat men zijn naam aan dat park wil verbinden. Spr. vraagt, of er iemand over dit voorstel stemming verlangt. Dit niet het geval zijnde, wordt het zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heeren Broos en P 1 e ij t e bieden daarop, namens den Raad, Mevrouw Van Sonsbeeck en haar drie doch ters bloemen aan. Vervolgens neemt de VOORZITTER het woord en houdt de volgende rede: Zoo staan wij dan in deze voor mij laatste raadsvergadering. Den 2den Januari 1919 intrede, den 30sten Mei 1936 afscheid. Geenszins zal ik U ophouden met een revue van wat in die periode is voorgevallen. Die zulks zou wenschen, kan in de notulen inlichting vinden. Een terugblik zou gaan naar het Breda van 30.000 inwoners met zijn klachten over aller slechtste woningtoestanden en allerlei andere kwalen van zijn enge begrenzing. Er is dezer dagen op gewezen, dat er veel is veranderd. Het geschiedde dank zij onze vruchtbare samenwerking, dank zij jaren van gelukkiger conjunctuur dan waarin wij thans leven, dank zij den steun van hoogere autoriteiten. Tegenover het verdwijnen van de bank van leening, het stedelijk muziekcorps, de paardentram, onlangs van de Gezondheidscommissie, laatstelijk van den Waren- keuringsdienst, is veel nieuws te stellen in velerlei andere overheidsverzorgingen, aantrekkelijke woonwijken en parken, nieuwe gebouwen en inrichtingen van onze diensten. In het midden van de periode feiten, waarbij de ontwik keling van Breda en de goede geest van de stad zoo duidelijk spraken. Juist in deze dagen tien jaren geleden de plechtige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 317