22 JUNI 1936. 341 halte als gewenscht en mogelijk is. Dit vindt, volgens de meening van den Directeur van het bedrijf, zijn oorzaak in de te geringe luidspreker-energie, welke voor de aangeslotenen beschikbaar is. Spr. heeft het rapport van Ir. Hofman eens daarop nagelezen en heeft daarin gevonden, dat het geheele net is gebouwd op 2500 aansluitingen, terwijl de aanleg op dusdanige wijze is uitgevoerd, dat de luidspreker sterkte beslist voldoende is. Verder wordt in het rapport gezegd, dat op een dergelijke centrale het aantal behoorlijk te bedienen klanten zeer hoog kan worden opgevoerd door inschakeling van tusschenversterkers. Waar nu de afname nog lang niet toe is aan de daaromtrent gekoesterde ver wachtingen en men dus met de luidspreker-energie ook nog lang niet gekomen is tot de maximum-capaciteit, is het Spr. niet duidelijk, waarom aanschaffing van nieuwe versterkers noodig is, te meer als men in aanmerking neemt, dat de aanlegkosten van het bedrijf nog niet eens zijn afgeschreven, hoewel dit in drie jaar tijds moest zijn geschied. Ook de kosten-berekening is hem niet duidelijk. Al krijgt men bij den aankoop van eiken versterker twee lampen ter waarde van f 216,cadeau, toch zullen die toestellen wel met f 645,en niet met f 429,-- per stuk betaald moeten worden; immers, men betaalt toch niet met lampen! De heer KAMPHUIS verklaart geen oordeel te kunnen vellen over den technischen kant van het voorstel. Spr. zou alleen willen vragenIs de leverancier der toestellen een Bredanaar? Zoo niet, kan dan alsnog een Bredanaar voor de leverantie in aanmerking komen? De heer VAN ARENDONK is het met den heer M a b e 1 i s eens, voor wat betreft het argument van te weinig luidspreker energie. I r. H o f m a n heeft vier jaar geleden in zijn rap port gezegd, dat als type versterker voor het bedrijf is ge kozen een 200 Watt-versterker, welke geschikt is voor de aansluiting van een 2000 luidsprekers en dat uitbreiding van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 341