IT.
366 17 JULI 1936.
Afwezig: de heeren C. L. M. BRANTJES, F. A. ELICH,
G. T. DE JONG en P. A. KU1JLAARS.
Voorzitter: de heer J. J. VAN BUITENEN, wethouder en
loco-burgemeester.
Secretaris: de heer Mr. PH. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, dat
van de heeren Brantjes, Elich en De Jong bericht
is ingekomen, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij
te wonen.
Daarop stelt Spr. aan de orde:
1. Vaststelling van de notulen der vergadering van 30
Mei j.l.
De VOORZITTER zegt, dat die notulen, overeenkomstig
het bepaalde in artikel 8 van het reglement van orde voor
den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben ge
legen en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en
vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan ver
langt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft
te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden deze notulen
onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.
2. Besluiten van de Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant, als:
ad.d. 3 Juni 1936, G. no. 429, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 24 Maart j.l., tot wijziging
van de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1936,
in verband met de verbreeding van de brug bij de
Ambachtsschool;