388 3 AUGUSTUS 1936.
economische omstandigheden, een belangrijke plaats inne
men eenerzijds, en de beperkte belastingmogelijkheden
voor de gemeente, zoowel wettelijk als practisch, anderzijds.
Bij het werken aan de oplossing van deze en nog meerdere
belangrijke vraagstukken zult U, Mijnheer Van Slobbe,
ons leiding gaan geven.
Als ik zooeven zeide, dat we ons verheugen over Uw be
noeming, dan is dat omdat wij U met groot vertrouwen
tegemoet treden, waar U in vorige ambten hebt blijk ge
geven gelukkige bestuurstalenten en groote bekwaamheden
te bezitten. Daarbij, de wijze waarop Curagao afscheid van
U, haar Gouverneur, nam, zegt ons hoe U zich daar in
breede kringen vertrouwen en aanhankelijkheid wist te ver
werven. Welnu, Breda is gewoon haar Burgemeester aan
hankelijkheid en vertrouwen te schenken en niets zal men
liever doen dan die goede traditie ook tegenover U te hand
haven.
Zonder eenig voorbehoud meen ik ook te kunnen zeggen
dat U zult kunnen rekenen op den steun van de Wethouders
en de loyale medewerking van alle leden van den Gemeente
raad. De raad, die zich zeer zeker ook eigen verantwoorde
lijkheid bewust is, heeft getoond en dit geldt voor alle
fracties, waaruit hij is samengesteld steeds, ook bij ver
schil van inzicht, de leiding van zijn Voorzitter te waardeeren.
Ik hoop en vertrouw, dat het aan U, Burgemeester Van
Slobbe, gegeven moge zijn het zwaar en verantwoordelijk
bestuur zóó te voeren, dat het tot heil moge strekken van
onze zoo geliefde stad. Dat geve God, de Opperste Be
stuurder, Wiens onmisbaren zegen wij daarvoor inroepen.
En thans moge ik U omhangen de ambtsketen, het teeken
Uwer waardigheid, overhandigen den voorzittershamer vari
dezen Raad en U verklaren te zijn geïnstalleerd tot burge
meester van Breda.
De BURGEMEESTER, hierop het voorzitterschap aan
vaardende, houdt alsnu de volgende rede: