38 28 JANUARI 1936 Wethouder VAN DER WERF merkt op, dat de toeloop tot het verbruik van muntgas dan grooter zou worden ten koste van het aantal vastrechtgebruikers, vooral wat betreft de meer-draag-krachtigen, en men, met het oog op de uit komst voor het bedrijf van den wal in de sloot zou, geraken. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en aange nomen met 23 tegen 2 stemmen. Voor: de heeren Van Houten, Crul, Mabelis, E1 ich, Sp'o e 1 der, P1 y te, De Jong, Heer, Van der Werf, Janssens, Kr o on e, Mey s, Van Keep, Gruijs, Van M'ierlo, Meyvis, Loonen, Broos, Van Are ndonk, Kuylaars, C ohen, Van Bui tenen en Van derVen. Tegen de heeren B r a n t j e s en Kooyman. 39. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van de salarisregeling voor de ambtenaren in dienst der gemeente Breda (Bijlage no. 25). De heer KOOYMAN zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. De wijze, waarop hier het Georganiseerd Overleg is inge schakeld, kan mij niet erg bekoren. Aan ieder derr raads leden, aangewezen voor het G. O., is weliswaar persoonlijk advies gevraagd, ook wel aan de respectievelijke bonden, maar niet aan de Commissie voor het G. O. als geheel. Ieder zal voelen, dat dit een groot verschil uitmaakt. Zoo zie ik, dat mijn met redenen omkleed advies, om de administra tieve kracht bij deri dienst der Beplantingen „bureau-be diende" te tituleeren, is overgenomen, doch mijn1 advies om de in vasten dienst te benoemen kracht bij de Arbeidsbeurs niet in den rang van schrijver, doch in dien van „klerk 2& klasse" op te nemen, niet is overgenomen. I'n mijn advies

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 38