A
394 3 AUGUSTUS 1936.
den Raad geheel aansluiten aan de vele goede bestuurs-
talenten van Uw ambtsvoorganger.
Ik wil eindigen, Mijnheer de Burgemeester, in de hoop,
dat het U gegeven moge zijn, gedurende tal van jaren veel
voor onze mooie stad Breda en haar ingezetenen te kunnen
doen en dat hierbij Gods rijkste zegen op U en Uw gezin
en op Uw werk zal mogen rusten.
De VOORZITTER dankt den heer Broos voor diens
vriendelijke woorden, welke hij op hoogen prijs stelt. Spr.
zegt van zijn voorganger en van anderen te weten, dat de
verhouding tusschen den Raad en den Burgemeester hier
buitengewoon goed is geweest. Hij stelt zich voor, in deze
het voetspoor van zijn voorganger te zullen drukken. Spr.
heeft hulde gebracht een den heer Van Sonsbeeck
omdat hij diens bestuurstalenten bewondert en omdat hij
voelde, dat hij hier iemand vóór zich 'heeft gehad, die
moeilijk zal zijn te evenaren.
Spr. geeft de verzekering, dat hij de belangen van Breda
met alle kracht, die in hem is, zal behartigen en zeker niet
het minst de belangen van het volk, hetwelk hij een warm
hart toedraagt.
Daarop sluit de VOORZITTER de vergadering.
De Voorzitter,
I