26 AUGUSTUS 1936. V 407 lossing zou zijn de aanleg van een rijwielpad langs den waterkant vanaf het begin van den Academiesingel tot aan het einde van den Wilhelminasingel. In iet prae-advies wordt nu wel gezegd, dat het oversteken voor wielrijders vanaf den Oranjesingel naar het aan den kant van de gracht langs den Delpratsingel liggend rijwielpad gevaarlijk is, doch dit is niet minder het geval vanaf den Oranjesingel naar het rijwielpad aan den Wilhelminasingel. Nu echter het rijwiel pad aan den Delpratsingel halverwege zal eindigen, vindt Spr. het het beste niet tot den aanleg ervan over te gaan. De financiën laten niet toe om het plan van „Veilig Verkeer", om panden aan te koopen voor afronding der gevaarlijke hoeken, te volgen. Misschien kan zulks later wel. Wat het plan zelf betreft, geeft Spr. de voorkeur aan het plan van den Dienst van Beplantingen. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat diverse Sprekers heb ben gepleit in het belang van de fietsers. Dit weegt inderdaad zwaar, maar nu zal moeten worden volstaan niet gedeeltelijke verbetering, moet men roeien met de riemen, die men heeft. Spr. gelooft de heeren Koo ij man en Broos te moeten bijvallen in hun oordeel, dat het rijwielpa 1 in dit geval uit den booze is. Als men een rijwielpad aan den Delprat singel aanlegt, moet men het aan twee kanten doen. Thans vreest Spr. wanneer in den winter bij avond de singels nat en donker zijn voor ongelukken tusschei: auto's en fietsers, die, doordat er slechts één rijwielpad zal zijn, aan den linkerkant van den weg rijden. De ervaring hoeft ge leerd, dat men beter één grooten weg kan hebben, dan een smallen weg met zijpaden. Waar het rijwielpad nood gedwongen halverwege moet eindigen, is lie buitengewoon gevaarlijk. Op den Wilhelminasingel is he! anders. Deze singel is betrekkelijk breed, daartusschen ligt een strook niemandsland. De reden om het plan 115--185 te nemen is hierin gelegen, dat men bij de Hendrikstraat en de Ter- heijdenstraat eerder ongelukken voorkomt. Beziet men de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 407