\fr. 26 AUGUSTUS 1936. 409 ;1 breed is, De bocht "dt flauwer, er M e ij s Spr. te ge- practische van Open lig verschil. ;le verbete- i de orde; er het oog 1 M i e r 1 o Werken en geen be te stellen, ujn, omdat en in den uitingen is ;rken moet 2 verkeers- wel voor- sn de weg door den celijk heeft t plan van ïclusie ge ien aanleg het in het ïelfs voor- Wethouder VAN MIERLO wil wat hem persoonlijk be treft den Raad met nadruk waarschuwen om op het oogenblik met een voorstel tot het aanleggen van een rijwiel pad te komen. Een rijwielpad aan één zijde is vooral bij avond zeer gevaarlijk. Men zal Spr. daarin gelijk moeten geven. De weg is te smal, tenzij men deze algeheel ombouwt. De heer VAN DER VEN merkt op, dat in de vorige ver gadering op verzoek van den heer Pleijte, dit voorstel is aangehouden. De vereeniging „Veilig Verkeer", waarvan de heer Pleijte voorzitter is, is het vermoedelijk ook met deze plannen niet eens. Spr. gelooft zelfs, dat die vereeniging heeft geadviseerd een rijwielpad aan te leggen. In de toe komst zal men er toch toe moeten overgaan om langs alle singels een rijwielpad aan te leggen. Hoewel primitief, is toch ook het rijwielpad aan den Tramsingel een heele verkeersverbetering ter plaatse geworden. De heer VAN KEEP verklaart, ook na het betoog van den Wethouder van Openbare Werken, tot de conclusie te komen, dat het plan met een dubbelen rijweg voordee- liger is en men dus het plan van Beplantingen moet nemen. Wanneer er een begrooting bijgevoegd was geweest, zou het verschil wel tot uiting zijn gekomen. De VOORZITTER zegt, dat hij eerst het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming zal brengen en daarna zoo noodig dat van den heer Van der Ven. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierop in stemming gebracht en aange nomen met 15 tegen 9 stemmen. Voor: de heeren Van Mierlo, Van der Werf, Broos, De Jong, Me ij vis, Van Houten, Heer, Crul, Cohen, Janssens, Gruijs, Brantjes, K u ij laars, Loonen en Van Buitenen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 409