26 AUGUSTUS 1936.
zake bepaalde kunnen profiteeren. Alles bij elkaar genomen
verzoekt Spr., er bij den Minister op aan te dringen de
regeling terug te nemen, dan wel Breda in een hoogere
klasse te plaatsen. Hierop is reeds meer aangedrongen. Mis
schien wordt er iets bereikt. Spr. hoopt, dat Burgemeester
en Wethouders zulks zullen vragen.
Wethouder VAN BUITENEN meent, dat er eigenlijk voor
Burgemeester en Wethouders niet veel reden is om, na
de overlegging der stukken, nog veel te zeggen. Men kent
de meening van Burgemeester en Wethouders en over het
algemeen, is men het hiermede eens. Spr. merkt op, dat
in den len zin van bladzijde 2 (bijlagen 190) iets staat,
dat niet geheel juist is. Er staat f 17,dit moet zijn 7ü°/0
van f 1;7,De heer De Jong had gaarne gezien, dat
de brief aan den Minister wat puntiger was geweest. Meer
of minder puntig redigeeren is, volgens Spr., een kwestie
van smaak. Indien men het met den inhoud eens is, is men
al een heel eind op weg. Als men in een serieuse corres
pondentie puntig is, verzwakt men veelal de argumentatie,
althans kan men den indruk wekken, dat men niet over
tuigd is van de deugdelijkheid van die argumentatie. De
heer De Jong heeft ook gevraagd, of er bericht van
uitstel is binnengekomen. Dit is inderdaad zoo. Dit bericht
is aan het Bureau voor de Steunverleening gezonden.
De heer Kroone heeft gesproken over hen, die niets
zouden hebben aan den nieuwen maatregel van 70°/0 van
f 17,in verband hiermede wijst Spr. erop, dat verschil
lende jongeren intusschen gehuwd zijn. Voor deze is de
maatregel van belang, omdat thans hun steunuitkeering naar
een lagere basis wordt berekend. De 26 weken zijn ver
meld om zoo volledig mogelijk te zijn. Dat staat in de cir
culaire van den Minister.
Verder vraagt de heer Kroone om den Minister te
spreken te krijgen. Dat kan men doen. Spr. gelooft echter,
dat de zaak duidelijk genoeg is. Op een conferentie zouden
Burgemeester en Wethouders prijs stellen, als de argumenten