418
26 AUGUSTUS 1936.
De heer VAN DER VEN kan zich vereenigen met de
opmerking van den heer E1 i c hal geeft hij toe dat men
met subsidies zuinig moet zijn. Wanneer men echter ziet,
dat aan deze instelling door Burgemeester en Wethouders,
maximum f 1000,gegeven wordt, dan is Spr. overtuigd,
dat dit niet te veel is, gezien de kosten en het onderhoud
van de stichting. Als men ziet welk een moeite en zorgen
de Eerw. Broeders hebben met deze jongens om ze eenigs-
zins bruikbaar te maken voor de maatschappij, dan is heusch
een maximum van f 1000,niet te veel. Indien deze jongens
ten laste dier Gemeente zouden komen, zou het voor de
Gemeente vermoedelijk veel duurder uitkomen. Burgemeester
en Wethouders kunnen er nu wel op wijzen, dat destijds
een renteloos voorschot van f 18000,is verstrekt, hier
tegenover staat, dat de stichting den grond beschikbaar heeft
gesteld; waren ook deze kosten ten laste der Gemeente ge
komen, dan zouden de financieele lasten der Gemeente met
de rente van het bedrag van den grond verhoogd zijn ge
worden. Zijns inziens moet men hiermede rekening houden.
In de bijlagen van het adres kan men zien, dat er verschil
lende gemeenten zijn, die zelfs gratis lokalen ter beschikking
stellen, en daar is de subsidie per leerling en het maximum
veel hooger.
Spr. vindt, dat deze subsidie voor deze sociale instelling
werkelijk niet te veel is, en hij hoopt, als later mocht blijken,
dat zij met deze subsidie niet kan toekomen en de Stichting
zich genoodzaakt ziet zich nogmaals tot het Gemeentebestuur
te wenden, dat hiermede dan rekening wordt gehouden en
hun beroep dan ook niet te vergeefsch zal zijn.
De VOORZITTER geeft toe, dat de bijdrage niet te hoog
is. Het betreft hier een instelling met een eenigszins lief
dadig doel. De instelling wordt door Burgemeester en Wet
houders geapprecieerd. Ging de Gemeente alle kosten ver
goeden, dan zou een deel van het mooie doel daardoor ver
loren gaan. Daarom wordt een limiet van f 1000,— voor-