26 AUGUSTUS 1936. 429 t in de toe- arieven een -, doch dat i verhoogd uiteindelijke is slaan op terug- neente geen oet worden '.prijs wordt aste bedrag, leer stroom enties zitten werp-besluit doch de dat Burge- loorgaan. lik zal toe groot zal voorstellen Spr. dankt tellen. Hij van wijs en te wij- er in den eranderen, en blijven, men. algemeene ijk anders, ar er blijft oor 1937. Als het loopt is het goed. In Februari j.l. heeft Spr. zich geschaard aan de zijde van Burgemeester en Wethouders. Hij meende, dat een voorzichtig financieel beleid de houding van Bur gemeester en Wethouders rechtvaardigde. Hij begrijpt niet, dat tusschentijds met dit voorstel wordt gekomen. Spr. wil eerst weten, hoe het staat met de begrooting voor 1937 en tot zoolang het geheele complex voorstellen aanhouden. De heer VAN HOUTEN zegt, dat het voorstel hem ver baast. Naar buiten wekt het den indruk, dat de gevolgen voldoende onder de oogen zijn gezien. In de Gascommissie is een en ander uitvoerig besproken. Het verbaast hena, dat Burgemeester en Wethouders nu komen om de eerste 2 ontwerp-besluiten terug te nemen. Als men de financieele gevolgen van deze voorstellen moet bekijken, zou Spr. met den heer M a b e 1 i s zeggenwacht met alle voorstellen tot de behandeling van de begrooting 1937. Men kan dan beter beslissen. Het feit bestaat, dat de Gascommissie en Burgemeester en Wethouders van meening waren, dat de financieele positie door deze voorstellen niet in gevaar zou komen. Te elfder ure worden de ontwerp-besluiten I en II teruggenomen in verband met de financieele positie der Gemeente. Daarom lijkt het Spr. beter, de Gascommissie hierover opnieuw te hooren en alle voorstellen bij de be grooting te behandelen. Spr. is het met den heer Loonen eens, dat de midden stand het noodig heeft, maar ook aan hen, die vallen onder de besluiten I en II, zou het goed besteed zijn. Spr. is er voor, de zaak niet te halveeren en alles aan te houden. De heer VAN ARENDONK zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Evenals mijn medelid, de heer Loonen, spreek ik bij deze mijn hartelijken dank uit voor de wijze, waarop thans besluit III en IV worden verdedigd, en door U wordt ge adviseerd deze aan te nemen, te meer, daar ik bij de be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 429