26 AUGUSTUS 1936. 435 van 12 Februari 1936, bldz. 109). Spr. leest hierop het dooi den heer Van der Werf gezegde voor; hij verklaart, dat dit antwoord juist tegenovergesteld is aan het thans door hem gesprokene. Wanneer men straks beiasting-verhooging krijgt, dan zal dat zijn een groote verhooging van de opcenten op de Per- soneele Belasting en het brengen van de Gemeente in de 3e klasse. Dit zal komen te drukken op de minst-draagkrach- tigen. Spr. wenscht zijn stem niet aan het voorstel te geven zonder dat het geheele complex kan worden overzien: Als dan iets voor den middenstand gedaan moet worden, zal hij gaarne daarmede meegaan, echter niet vóór dien tijd. Spr. persisteert derhalve bij het denkbeeld, alles aan te houden. De heer VAN ARENDONK zegt, dat de heer Mabelis vergeet, dat in voorstel III het vastrechttarief met D/2 cent omhoog wordt gebracht. Alleen wordt het gebruik per K.W.U. gestimuleerd, omdat de prijs van 8 op 5 cent is gebracht. De heer VAN HOUTEN merkt op, dat er gezegd is, dat de middenstand in nood is. Spr. kan niettemin onmogelijk zijn stem enkel aan de ontwerp-besluiten III en IV geven; het geheele complex voorstellen moet behandeld worden of anders niets. De Gascommissie en ook Burgemeester en Wethouders waren aanvankelijk deze meening toegedaan. Intusschen hebben Burgemeester en Wethouders de beide eerste ontwerp-besluiten teruggenomen. Wat hem persoonlijk betreft, wil hij zeggen, dat men niet een gedeelte, maar het geheele complex moet behandelen, omdat niet alleen de mid denstand bij deze zaak belang heeft. Zoo betreft voorstel II de pensions. Deze en ook zij, die vallen onder voorstel I, hebben ook recht op tariefsvermindering. Van de ge bruikers, die onder ontwerp-besluit I vallen, zijn er velen crisisslachtoffers. Spr. stelt voor, öf alles gezamenlijk te be handelen öf alles aan te houden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 435