436
26 AUGUSTUS 1936.
De heer LOONEN zegt, dat het er op neer komt, dat
de meesten huiverig voor de voorstellen zijn in verband
met de financieele kwestie. Voorstel III geeft geen nadeel.
Spr. verzoekt den middenstand te helpen zoover dit moge
lijk is; dit doet men door ontwerp-besluit III aan te nemen,
waardoor tegelijkertijd het gebruiken van meer stroom wordt
aangewakkerd in het belang van het bedrijf. Hij verzoekt
daarom minstens ontwerp-besluit III aan te nemen.
Wethouder VAN DER WERF zegt, dat de heer Mabel is
zoo juist heeft gewezen op het door Spr. gezegde in de ver
gadering van 12 Februari 1936. Spr. staat nog op hetzelfde
standpunt. Volgens voorstel III immers blijven de winkeliers
nog hetzelfde bedrag betalen. De spitsuren vallen tusschen 6 en
7 uur; de winkeliers dragen dan bij tot verhooging van de
maximale belasting, waarom zij hetzelfde bedrag moeten
blijven betalen. Het wordt nu zoo, dat zij na 8 uur goed-
kooper licht krijgen. Het voorstel is niet van invloed op
de begrootingspositie van 1936 of 1937. Alleen voorstel
IV kost geld. Spr. wil den heer Brantjes zeggen, dat
dit geen lichtvaardig voorstel is. Het risico verbonden aan
de ontwerp-besluiten I en II is grooter. Vandaar dat waar
de omstandigheden de laatste dagen gewijzigd zijn Burge
meester en Wethouders hiervoor eenigszins huiverig zijn.
Zij zijn voorloopig teruggenomen, zoodat er van intrekking
nog geen sprake is.
De café- en restaurantbedrijven verhoogen de laatste uren
de spitsbelasting niet. Den stroom betalen zij te duur. Het
is daarom billijk den spertijd terug te brengen.
Spr. is van meening, dat de begrootingspositie 1937 door
de voorstellen III en IV niet in gevaar zal worden gebracht.
De begrooting 1936 zal eenigszins den invloed ondervinden
van voorstel IV, doch er bestaat groote kans, dat in 1937
het nadeel door het grootere verbruik wordt ingehaald.
De VOORZITTER zal thans overgaan tot het in stemming
brengen van het voorstel om alles aan te houden.