26 AUGUSTUS 1936. 441 College op aan te dringen, nauwkeurig te willen doen nagaan, of in de door mij aangegeven richting iets kan worden ge daan, omdat liet voor mij vaststaat, dat alleen door het vast recht-tarief het verbruik op peil zal kunnen worden gehouden, niet alleen maar ook zal kunnen worden opgevoerd. De VOORZITTER vraagt den heer Kooijman, of zijn conclusie juist is, dat hij zijn voorstel intrekt. De heer KOOIJMAN beaamt zulks. Hiermede is deze aangelegenheid afgedaan en wordt het prae-advies van Burgemeester en Wet houders voor kennisgeving aangenomen. 38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be paling van de afschrijvingspercentages over de jaren 1937, 1938 en 1939, ten aanzien van het radiodistributiebedrijf (Bijlagen 1936, no. 200). Niemand der leden hiertegen cenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 39. Rapport van de Commissie, belast met het nazien van de rekening van het R.K. Oude-Vrouwenhuis over het jaar 1935, waarin zij mededeelt, die rekening te hebben onder zocht en in orde bevonden, weshalve zij in overweging geeft haar goed te keuren. De VOORZITTER dankt de Commissie voor het gehouden onderzoek en het uitgebrachte rapport en geeft in overweging de rekening goed te keuren. Daartoe wordt besloten. 40. Vragen van het raadslid R. Meer, luidende als volgt: 1. Zijn de berichten in de plaatselijke pers betreffende onregelmatigheden bij den dienst van Openbare Werken (gepubliceerd 11 -S-'36) juist?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 441