492 v 6 NOVEMBER 1936. Breda in een hoogere klasse voor de steunverleening (Bijiagen 1936, no. 230), alsmede het daarop ingekomen antwoord van dien Minister. De heer JANSSENS betreurt het ten zeerste, dat het uit voerig en welgemotiveerd schrijven van Burgemeester en Wet houders een gevolg van een besluit van den Raad op een dergelijke simpele wijze wordt afgedaan. Spr. verzoekt, er bij den Minister op aan te dringen, dat de motieven van het verzoek van Burgemeester en Wethouders nog eens nader bekeken worden en alsnog gevolg wordt gegeven aan een rechtmatigen eisch. De heer MABEL1S meent ook, dat op het uitvoerig schrij ven van Burgemeester en Wethouders wel iets anders ver wacht had mogen worden dan dit korte antwoord; het was niet meer dan een eisch van gewone burgerlijke beleefdheid jegens den Raad en Burgemeester en Wethouders geweest. Spr. sluit zich gaarne aan bij het verzoek van den heer Janssen s. De heer DE JONG verklaart, zich ook volkomen te kunnen aansluiten bij het verzoek van den heer Janssen s ver betering van de steunregeling is dringend noodig. De VOORZITTER zegt, dat het College zal overleggen, of er nog iets gedaan moet worden en zoo1-ja, hoe dat dit het beste zal geschieden. Het schrijven van Burgemeester en Wethouders wordt daarop voor kennisgeving aangenomen. 8. Adres van het bestuur der Evangelisatie-Vereeniging „Gods Koninkrijk Kome", verzoekende gelden beschikbaar te stellen voor het aanschaffen van leerboeken ten behoeve van de school voor g.l.o. aan de Nieuwstraat no. 31, met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 492